Printer en inkt terminologie

In de bedrijfswereld zijn printers echt onmisbaar. Ze worden niet alleen gebruikt voor het afdrukken van documenten of contracten, maar zijn ook nodig binnen de codeersystemen om de producten te labelen en voor meer productiezekerheid. In elk bedrijf is er dan ook wel een printer terug te vinden, dat kan gaan van kleine kantoorprinters met de basisopties tot grote geïntegreerde industriële printers zoals een hot foil printer.

Daardoor krijgt men ook altijd te maken met de terminologie van de printers en de inkt die ervoor gebruikt wordt. Er zijn verschillende aanduidingen en afkortingen en als je niet weet waarvoor die staan kan het verwarrend worden. Daarom geven we hier een overzicht.

PPM

Deze afkorting staat voor prints per minute, het aantal prints per minuut dus of beter gezegd de snelheid waarmee de printer drukt. Het aantal pagina’s per minuut is natuurlijk ook afhankelijk van de inhoud van de pagina’s, een pagina met veel kleur en opvulling duurt uiteraard iets langer om te printen dan een pagina met een korte zwarte tekst.

DPI

Dit is een belangrijke term. DPI staat voor dots per inch, dat is het aantal inktdruppels per inch oftewel de scherpte en kwaliteit van de afdruk. Printers hebben meestal een DPI tussen 300 en 600. Als een afdruk van extra hoge kwaliteit moet zijn, kan de DPI nog iets hoger liggen.

PPI

PPI staat voor pixels per inch. Hoe hoger het PPI is, hoe hoger de resolutie en dus hoe scherper de print is. PPI is niet te verwarren met DPI. Het aantal DPI moet sowieso hoger zijn dan het aantal PPI, anders krijg je geen print van goede kwaliteit. 

CMYK

Dit is de afkorting voor de vier basiskleuren: cyan, magenta, yellow, key. Met deze vier kleuren kan zo goed als elke andere kleur gemaakt worden door ze onderling te vermengen. Ze zijn dan ook de basis van elke printopdracht.